Mona Keijzer wil bouw op moeilijke plekken: liever tuin onder water dan helemaal geen huis.
Een onderwerp waar in de catalogus Wonen voor iedereen ook ruim aandacht aan wordt besteedt. De timing van de catalogus is helemaal goed en daaraan gekoppelde activiteiten ook.
Minister Mona Keijzer wil ook woningbouw mogelijk gaan maken op plekken die niet helemaal ideaal zijn. Bodem en water zijn wat haar betreft niet langer dwingend. "Misschien moeten we wat meer hinder accepteren."
Keijzer (BoerBurgerBeweging) maakte woensdag haar eerste commissiedebat als minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening mee. Ze schetste daar haar beeld van de Nota Ruimte, die komende tijd vorm gaat krijgen. Op sommige punten wordt dat een breuk met de voorbereidingen van haar voorganger Hugo de Jonge.
Wat de nieuwe minister betreft, gaat de ruimtelijke ordening niet meer vooral om het scheiden van functies, maar juist om het combineren daarvan. “Dat moet wel, want we zijn een stadsstaat. Als we al onze wensen willen realiseren met bestaand beleid, dan hebben we twee keer Nederland nodig”, zegt de minister.
Er zijn nu volgens haar te veel regels rond bijvoorbeeld milieu en gezondheid. “Steeds met goede redenen, maar soms doorgeschoten. De beste wordt dan de vijand van het goede”, zegt Keijzer, wijzend naar woningbouw die dan helemaal niet meer mogelijk zou zijn.
Van 'sturend' naar 'rekening houden met'
Het bestaande beleid waarin ‘bodem en water sturend’ moeten zijn, wil Keijzer vervangen door ‘rekening houden met water en bodem’. Volgens Keijzer is er veel mogelijk met technische maatregelen, waardoor woningbouw toch kan op locaties waar daar nu van wordt afgezien.
“Er zijn bijvoorbeeld plekken die laag liggen. Daar kun je zeggen: we hebben een probleem met de waterberging, dus hier niet bouwen. Maar je kunt ook zeggen: maak de slootjes wat breder – en accepteer dat één keer per jaar de tuintjes onder water lopen.”
Keijzer wil in bredere zin functies combineren.
Zo moet wonen ook dichter bij industrie kunnen en denkt ze aan woningen in leegstaande stallen. Industrie verplaatsen, ziet ze minder zitten. “Er zijn ook mensen die niet achter computers in kantoren werken. Je moet oppassen met wat je verplaatst.”
Botsing met GroenLinks-PvdA
Keijzer botste door haar nieuwe beleidsvoornemen vooral met Geert Gabriëls van GroenLinks-PvdA. Hij wilde weten wat die nieuwe invulling precies betekent en vreest voor de langere termijn.
Bouwen op natte plekken kan bijvoorbeeld tot funderingsproblemen leiden. Bovendien zal door klimaatverandering het weer ook extremer worden.
Anderen zagen juist ook mogelijkheden in die nieuwe blik. Jeremy Mooiman (PVV) vroeg of voortaan ook dichter in de buurt van snelwegen gebouwd kan worden en noemde als voorbeeld zijn eigen woonplaats Zoetermeer.
Polder moet terug
Hoe het nieuwe beleid van eruit gaat zien, wordt nog uitgewerkt. Keijzer gaat de nieuwe Nota Ruimte samen met onder meer gemeenten en provincies opstellen. Het poldermodel moet volgens haar weer in ere worden hersteld. Keijzer wil daarmee voorkomen dat overheden elkaar bij de rechter gaan bestrijden. “Dan bladdert het poldermodel af: de burger snapt daar echt niks van.”
Ook het maken van bezwaar wil Keijzer proberen in te perken, al benadrukte dat ze daar niet altijd over gaat. Zo gaat ze onderzoeken of partijen die herhaaldelijk in het ongelijk gesteld worden maar toch in beroep gaan, hogere griffierechten bij de Raad van State moeten gaan betalen. Ook denkt ze aan het terugdringen van het aantal keren dat iemand in beroep kan gaan.
Uitwerking op lokaal niveau
Keijzer wil soms van de mogelijkheid gebruikmaken om andere overheden te overrulen, maar hoopt de uitvoering van ruimtelijke ordening vooral juist op lokaal niveau te houden. Historische landschappen worden volgens haar goed beschermd door lokale wethouders en anders wel door de gemeenteraad. Daar is dus geen landelijk beleid voor nodig. Dat ligt anders voor de bescherming van hoogwaardige landbouwgrond; daar komt een afwegingskader voor.
( Bron: Cobouw, Stijn van Gils. 3 oktober 2024)
Comments