Nederland kent van oudsher een strikte scheiding van functies. Een stuk land heeft een natuurbestemming, een agrarische bestemming, óf een bouwbestemming zoals wonen. Dat wordt vastgelegd in het omgevingsplan. Door deze scheiding ontstaan grote verschillen in de grondwaarde: een hectare natuur kost ongeveer 15.000 euro, landbouwgrond ongeveer 70.000 euro en bij een woonbestemming explodeert de waarde van een hectare al snel naar een half miljoen tot enkele miljoenen, afhankelijk van de locatie en de hoeveelheid woningen die mogen worden gebouwd.
Nieuwe vormen van landbouw, natuur en wonen
Het grootste deel van de stikstofuitstoot is afkomstig van de veeteelt. Er wordt gezocht naar manieren om deze uitstoot te verminderen, waarbij boeren zoveel mogelijk worden ontzien. Een van de sleutels ligt in het toestaan van innovatieve vormen van functiecombinatie. Daarbij kunnen nieuwe vormen van landbouw, natuur en wonen ontstaan. Denk aan een varkensboer die gaat werken met gesloten kringlopen, en in ruil voor de verminderde stikstofuitstoot de gelegenheid krijgt een ‘knarrenhofje’ achter de boerderij te bouwen. Deze woningen zijn aantrekkelijk voor gepensioneerden die buiten willen wonen. Denk ook aan een boer die 20 hectare grasland omvormt tot een voedselbos, met vormen van agrobosbouw CO2 opslaat en veel minder stikstof uitstoot, doordat hij minder koeien houdt. Als compensatie zouden aan de rand van zo’n bos tiny houses kunnen worden toegestaan, woningen met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk. Wat deze boer verliest aan vee-inkomsten, krijgt hij terug met woonopbrengsten. Dit heeft een aantal voordelen: een toename van biodiversiteit, verlaging van stikstofuitstoot, verhoging van koolstofvastlegging en bovenal een nieuw economisch perspectief voor agrarische bedrijven die minder intensief willen produceren. Hiervan profiteren ook boeren die liever hun veestapel op peil houden.
Dit is op zichzelf genomen helemaal geen revolutionaire gedachte. In Nederland kennen we al langer ‘rood voor rood’ en ‘rood voor groen’-regelingen. Wie bijvoorbeeld een landgoed met tien hectare nieuwe natuur ontwikkelt, mag in ruil daarvoor een landhuis neerzetten. Soms mogen boeren een extra woning bouwen, nadat ze hun oude stal slopen. Deze regelingen zijn echter vaak vrij bureaucratisch en beperkt in de mogelijkheden, en toepassing kost veel tijd.
Eisen van welstand
Provincies en gemeenten zullen hun omgevingsplannen moeten aanpassen en veel meer ruimte moeten scheppen voor het combineren van agro, natuur en wonen. De eerste stappen zijn gezet: met steun van het ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit is een testlab gestart en in Overijssel staan enkele experimenten op stapel.
Natuurlijk zijn ook in de toekomst randvoorwaarden nodig. Nieuwe natuur en (voedsel)bossen moeten passen in de regio. De vorm van de bebouwing moet voldoen aan de eisen van welstand en bijdragen aan de kwaliteit van het landschap, anders wordt het een rommeltje. En de boer moet het ook willen.
Ecoliving Corridor
In provincies zoals Noord- Brabant waar binnen enige jaren vele boerderijen leeg komen te staan en de drugscriminaliteit op het plattelang lastig is te handhaven hebben wij de Ecoliving Corridor bedacht. Hierover binnenkort meer.
( Bron: o.a. Guido van Enthoven en Daan Groot- Trouw)
Comments